EERSTE LIEFDE

Ik zit in de zaal naar een voorstelling te kijken. En ik word weer eventjes verliefd op mijn eerste liefde. Terwijl hij er niet eens is. Maar hij heeft zinnen geschreven als: “Steeds  als ik linksaf ga, dan gaat de liefde rechtsaf”. En eigenlijk is de eerste zin  meteen al raak : “Een huis zonder vrouw is slecht voor de planten”. Ik ben om. En ik ben terug in de tijd.

Hij heette naar een stuk fruit en hij schreef indertijd een liedje over pindakaas. Hij kuste me zomaar ineens in de gang van de toneelschool en ik wist niet wat me overkwam. Totaal overdonderd holde ik daarna naar mijn beste vriendin om dit nieuws te vertellen. Eigenlijk had ik toen al meer verkering met haar dan met wie dan ook, maar dat had ik niet zo door. Voor de laatste spelles vroeg hij me of het goed was dat ie die avond voor me kwam koken. Ja!! Dat was goeoeoed!!!!

En zo stonden we, een paar uur later, eten te kopen in de supermarkt. “Wat wil je eten? Waar houd je van? “vroeg hij. Ik had geen mening, ik vond alles best, ik was een plas water van geluk.

En zo aten we een paar uur later op mijn kamer een wonderlijke combinatie van zilvervliesrijst, brie en nog iets wat ik vergeten ben. Ik kreeg geen hap door mijn keel, niet omdat het niet lekker was, dat was het ook niet, maar omdat ik zo Verliefd en zo Verlegen was. En Zo Onervaren. Maar dat niet durfde te zeggen.

Aan het eind van de avond, na wat vaag gezoen, zei hij : “Je bent mooi, hè? “. Althans, dat was wat ik verstond. “Ja???”zei ik hoopvol. “Dus dan ga ik maar”, vervolgde hij.

O. Hij had niet “mooi” gezegd maar “moe”. Verkeerd verstaan. Toen al dovig.

Het ging uit na een week of na twee of een maand, dat weet ik niet meer precies. Ik was er kapot van. Maar ik snapte toen al wel dat het niet leuk is om verkering te hebben met iemand die compleet verlamd is van verliefdheid, zo verlamd dat er geen enkel woord uitkomt. Later is dat gelukkig goed gekomen. Maar toen….

Toch blijft hij voor altijd mijn eerste, echte, totaal bizarre jonge verliefde liefde. Dat wist ik helemaal zeker toen ik naar de voorstelling zat te kijken. Toen was de liefde nog lijden, nu is ze een glimlach geworden, stil gegniffel in mijn eentje in een donkere zaal.