AUDITIE

Ik had deze maand twee keer een auditie.
Dat is vrij slopend, audities doen. Het blijft een beetje een les in nederigheid.
De eerste ging gesmeerd. Ik was lekker aan het toneelspelen. Zoals ik dat doe. Spelen als een kind van vier. Van te voren zit ik met klotsende oksels, zuur zweet en misselijk van de zenuwen in auto of trein maar als ik dan eenmaal binnenstap en mag spelen dan is het over. Want dat vind ik namelijk ondanks alles wat ervan afhangt zo vreselijk leuk. Daar houd ik zielsveel van. Je fantasie laten lopen, een tekst interpreteren, kijk als je het zo speelt, betekent het dit maar het kan ook anders. Iedereen zou het eens moeten proberen. Je wordt daar echt blij van.
Het duurde twee uur. Lekker lang. Maar dan. Dan wil ik de echte uiteindelijke klus ook doen.
En toen werd ik het niet. En dat is dan zo erg! Het lag niet aan wat ik deed, zei de castingdame, nee, ik was gewoon te oud. Hee, had ik dat niet zelf ook al gedacht? Des te erger.
(Het werd trouwens de tien jaar jongere actrice Terence Schreurs. En het gaat over “Zusjes”, een nieuwe tv-serie over twee zusjes van Indische afkomst. Een veelbelovend script, houd u het in de gaten in uw tv-gids!)
Vandaag had ik weer een auditie. Die via Hans, de castingdirector die ik was tegengekomen op een filmpremiere.
Ik was gisteren nog naar de kapper geweest op de valreep om mijn haar te verven. Ik had her en der al wat grijs en ik wilde me niet nog een keer laten overkomen wat me onlangs is gebeurd. Te oud. Om die reden had ik ook jonge en frivool uitziende kleren aangetrokken. Ik wist helaas niet om wat voor rol het ging, de regisseur was er niet aan toegekomen de beloofde info door te mailen.
“Maakt niet uit”, had ik terug gesmst. Maar het maakte natuurlijk wel uit. Want toen ik vandaag binnenstapte, bleek dat dezelfde acteur die bij de vorige auditie mijn partner moest voorstellen dit keer moest doorgaan voor mijn zoon, de regisseur zei dat ik eigenlijk nog wel wat jong was om de moederrol te spelen. Had ie het maar gezegd van te voren! Dan was ik nooit naar de kapper… Dan had ik manipulatieve soepkleren aangetrokken!
We gingen van start. Terwijl hij me de spelsituatie uitlegde, trok ik mijn hakjes uit en deed mijn haar gauw in een knotje. En toen ik begon dacht ik: “Ik speel gewoon mijn moeder, altijd prijs“.
Mijn moeder is gevat, slim, grappig en soms irritant eigenwijs. Het werkte. Toen ik wegging zag ik de volgende kandidate binnenkomen, een collega die ik ken. “Zij is heel goed in oude vrouwtjes”, dacht ik, “en ze is ouder dan ik…”
Maar een paar dagen later kreeg ik het te horen: Ik ben het geworden! Vijf maanden werk! In deze tijden van crisis en zeker ook crisis in de kunstensector!
U kunt mij zien in Mighty Society 10, de laatste Mighty Society van Eric de Vroedt, een reeks bevlogen, interessante, politiek- en maatschappij-kritische voorstellingen en dit wordt de laatste.
En meest persoonlijke.
“Waar gaat deze Mighty over?” vragen mensen mij.
“Eh, over Indonesie” antwoord ik besmuikt. En dan krijg ik de oh-logisch blik. Logisch, dat ik het dan geworden ben. Ik vind het zielig voor mezelf. Niet omdat ik kan spelen, nee, ik ben het geworden omdat ik Indisch ben. Denken de mensen.
“Ach, wees blij” zegt mijn man laconiek, “je wordt het ook heel vaak niet omdat je Indisch bent. Nu een keer lekker wel.”