PRIJZENBEEST

Gisteren was de uitreiking van de toneelprijzen 2013. Als afsluiting van het theaterfestival waar zowel Stefan als ik, net als zovelen, heel hard aan het werk zijn geweest. Het was een fantastisch spannende en enerverende week, kan ik wel zeggen. Zelden werd ik zo overladen met complimenten en aandacht als nu. Ik ben zo trots, zo dankbaar, dat De Sunshine Show in de volle aandacht staat, dat dat gelukt is. Ik ben zo blij en trots mee te mogen spelen in Mighty Society 10.

En ik ben ook moe en beurs van binnen. Dat ook. De ziel moet weer even rust. Een beetje helen na al dat in z’n blootje staan. Gister de uitreiking dus. Voor de vierde keer zaten we daar aan zo’n tafeltje voor genomineerden. Stefan is al vier ! keer genomineerd geweest. twee keer voor Louis. Twee keer voor Harlekijn. De eerste Arlecchino won hij drie jaar geleden. En gister zijn tweede. Ik zat glimmend in de zaal. echt, ik geloof dat ik licht gaf.

Niet omdat hij won, of ja, heus ook, maar dat maakt mijn persoonlijke trots niet groter of kleiner, nee, omdat daar zo’n beschaafd lief mens een beschaafde lieve speech stond te houden met die mooie stem van hem. Niet pleasing, niet gewenst brutaal of gevat, nee, oprecht. Iemand ook die het in zijn hoofd haalt om onze krankzinnige poedel Capi te bedanken. Het is zo’n moment waarop alles in mij snapt waarom ik voor deze man gekozen heb. “Leve de verbeelding!” zegt hij tot slot.

Daarna drukte. Leuke mensen. Lieve mensen. Stomme mensen , die je liever niet ziet. “Heb je al een prijzenkast? Het is wel een prijzenbeestje,he ,die man van jou?” zegt iemand, ik weet niet meer wie, tegen me. Later kom ik de vrouw tegen van een ander prijzenbeestje, zeg maar gerust prijzenmonster. “Hoe is het met jou?” vraag ik. Ze kijkt me meewarig aan. Dat heeft nog bijna niemand aan haar gevraagd deze dagen. Iedereen feliciteert haar met haar man. Wat ze ook leuk vindt. Tuurlijk, tuurlijk! Niet dat ze het hem niet gunt. Tuurlijk niet. Ik begrijp haar. Maar al te goed. Ik ben immers ook al jaren de vrouw van. Je zou bijna vergeten soms dat je zelf ook nog iemand bent.

Ik weet nog de eerste keer dat ik meeging naar de uitreiking. Overdressed en doodongelukkig. De tweede keer was ik niet overdressed- ik keek wel uit!- maar nog wel doodongelukkig. De derde keer ging iets beter, maar nog niet echt. En gister was het goed. Gister was het leuk om de vrouw van te zijn. Omdat ik inmiddels ook zichtbaar ben geworden. Ik vind het ronduit stom dat het zo is, maar zo werkt het.

“Je bent al wie je bent”, zeg ik tegen de prijzenmonstervrouw, “Niet vergeten,he? Dus het is al goed.” En we houden elkaars hand vast en lachen in elkaars ogen.

Thuis gekomen zet Stefan de ene grijnzende Arlecchino naast de andere. Een beetje groeniger is deze nieuwe en net iets minder mooi afgewerkt. Als ik vanochtend in alle haast wil vertrekken en mijn autosleutel zoek, valt mijn oog even op die maskers die daar nog altijd op tafel staan. Een giechel ontsnapt mij. Twee! Absurd! Dan vlieg ik de deur uit. Met mijn zoon naar de dokter. Boodschappen doen voor mijn moeder. Het normale leven in. Het regent en de zon schijnt. Het is kermis in de hel.